locus
DNA-kenmerk hoofdprofiel
DNA-kenmerk nevenprofiel
D3S1358
16/16
15/17
VWA
16/16
17/18
D16S539
10/11
12/13
D2S1338
17/18
17/18
D8S1179
13/14
13/15
D21S11
29/31,2
31,2/33,2
D18S51
15/17
13/16
D19S433
13/13
12/13
THO1
9/9,3
9/9
FGA
21/23
22/24
geslacht
Man, XY
Man, XY
Het hoofdprofiel komt precies overeen met het DNA-profiel van Huub Henselmans. Het nevenprofiel komt exact overeen met het DNA-profiel van Tobar Yoska. Dit zou er op kunnen wijzen dat Huub zijn hoed is vergeten of verloren en dat Tobar hem heeft gevonden en vervolgens heeft gedumpt. Dit zegt echter niets concreets over de moord en de dader, behalve dat Huub en/of Tobar op de plaats delict is geweest.
Het verdachte briefje dat was gevonden is ook door het team onderzocht. Om te achterhalen wie het mogelijk geschreven heeft, is de inkt van het blaadje geëxtraheerd. Met het inktmonster en de pennen die van de betrokkenen zijn ingenomen is een chromatogram gemaakt. Vervolgens zijn van alle pennen en de mengsels waaruit de verschillende soorten inkt uit bestaan de Rf-waarden berekend en met elkaar vergeleken.
Nummer chromatogram
Soort inkt
Kleur
Rf-waarde
1
Van briefje
Geel
4/4,9=0,82
Paars
4,8/4,9=0,98
Grijs
2,3/4,9=0,47
1
Whiteboard marker
Grijs
2,3/4,9=4,7
1
Fineliner
Blauw
1,9/4,9=0,39
Oranje/geel
2,8/4,9=0,57
Paars
4,25/4,9=0,87
2
Van briefje
Geel
2,1/5,2=0,4
Paars
3,9/5,2=0,75
Grijs
5,0/5,2=0,96
2
Permanent marker
Grijs
5,2/5,2=1
2
Pen zonder opdruk
Rood
0,8/5,2=0,15
Geel
2,1/5,2=0,40
Blauw
3,7/5,2=0,71
3
Van briefje
Grijs
2/5,3=0,38
Geel
3,6/5,3=0,68
Paars
4,9/5,3=0,92
3
Balpen
Grijs
2,7/5,3=0,51
Geel
3,7/5,3=0,70
Paars
4,9/5,3=0,92
Hieruit bleek overduidelijk dat de balpen de pen was waar het briefje mee geschreven was. De Rf-waardes liggen het dichtste bij elkaar en de chromatogrammen waren bijna identiek. De mensen die in bezit waren van een balpen waren Merel Schooneveld, Roger de Jager, Robert Vink, Huub Henselmans, Katie Schipper, Mieke Helder en Jolien Sanders. Hieruit valt weinig tot niets te concluderen, aangezien er zo veel mensen met een balpen zijn. Ook is het niet helemaal zeker of het briefje überhaupt iets met de moord op Hannah Hoogendoorn te maken heeft.
Om met behulp van de kogelbaan te berekenen viel niet mee. Er waren twee kogels ingeslagen, in twee verschillende bomen en op twee verschillende hoogtes (0,90 m en 1,05 m) beide zijn horizontaal ingeslagen, dus er kan vanuit gegaan worden dat ze ook vanaf die hoogtes ongeveer zijn afgeschoten.
Het moordwapen was een jachtgeweer, gestolen uit de schuur van de familie Sanders. Het geweer is een .22 kaliber, dat overeenkomt met de kogels. Er kan staand of gehurkt met een jachtgeweer geschoten worden. Het team is er van uit gegaan dat de schutter gehurkt zat, omdat de inslagen rond 1 meter zaten. Als het persoon had gestaan, was de inslag wel hoger geweest. Wat ook mogelijk is, is dat de schutter vanaf heuphoogte heeft geschoten, mogelijk omdat hij/zij onervaren is.
Het menselijk lichaam kan opgedeeld worden in acht segmenten:
Als de schutter vanaf zijn/haar heupen geschoten had, zou dat tussen segment 3 en 4 in geweest zijn, dat is dus vanaf de voeten gezien segment 4,5. De inslaghoogte is 1,05 meter. De gemiddelde grootte van 1 segment is dus 1,05/5=21 cm. Als je dit vermenigvuldigt met 8, kom je uit op de geschatte lengte van de schutter. Dit is ongeveer 1,68 meter. Natuurlijk kan de daadwerkelijke lengte hier van afwijken, aangezien de kogel niet precies horizontaal is ingeslagen en een geweer heeft altijd een terugslag wanneer het afgeschoten wordt. Dit kan de baan een kleine afwijking geven.
Als de schutter vanaf zijn/haar heupen geschoten had, zou dat tussen segment 3 en 4 in geweest zijn, dat is dus vanaf de voeten gezien segment 4,5. De inslaghoogte is 1,05 meter. De gemiddelde grootte van 1 segment is dus 1,05/5=21 cm. Als je dit vermenigvuldigt met 8, kom je uit op de geschatte lengte van de schutter. Dit is ongeveer 1,68 meter. Natuurlijk kan de daadwerkelijke lengte hier van afwijken, aangezien de kogel niet precies horizontaal is ingeslagen en een geweer heeft altijd een terugslag wanneer het afgeschoten wordt. Dit kan de baan een kleine afwijking geven.
De tweede mogelijkheid is dat de schutter gehurkt zat en vanaf schouderhoogte schoot. De lengte van de schutter is dan te berekenen door een grafiek te maken met verschillende lengtes uitgezet tegen de hoogte van de schouders wanneer een persoon gehurkt is.
Bij deze grafiek is de formule van de trendlijn y=0,5309x +0,0637. Hier is voor de waarde y drie keer een andere schothoogte ingevoerd, om de minimale, maximale en gemiddelde lengte van de schutter te berekenen.
1,05=0,5309x+0,0637, oplossen geeft x=1,85 meter. Dit is ongeveer de maximale lengte.
0,90=0,5309x+0,0637,oplossen geeft x=1,58 meter. Dit is ongeveer de minimale lengte van de schutter. Tot nu toe kan er met zekerheid gezegd worden dat de schutter tussen de 1,58 meter en 1,85 meter lang is. Dit is niet voldoende om een dader aan te wijzen. Daarom is er met de gemiddelde schiethoogte nog een berekening gedaan. 0,975=0,5309x+0,0637, oplossen geeft een lengte van 1,71, wat redelijk overeenkomt met de berekening van de eerste mogelijkheid.
Om te bepalen wie er daadwerkelijk het geweer heeft afgeschoten, moet er gekeken worden naar de lengtes van de betrokkenen. De mensen waarvan de lengte enigszins overeenkomt met de berekeningen, zijn Rachel, Merel, Huub en Lars.
naam
Lengte in m
Rachel
1,73
Katie
1,65
Tobas
1,81
Roger
1,92
Robert
1,63
Merel
1,75
naam
Lengte in m
Huub
1,68
Mieke
1,55
René
1,85
Lars
1,74
Jolien
1,88
Egbert
1,99
Uit de gevonden sporen en de onderzoeken die daarmee zijn uitgevoerd, valt een dader te concluderen. Het team verdenkt Merel Schooneveld ervan haar oma te hebben vermoord. Ten eerste, kon ze aan een wapen komen, omdat ze eerder die dag bij Rachel Janssen was geweest die een wapenvergunning heeft. Rachel heeft echter wel gezegd dat ze rond de tijd van de moord zelf met haar wapen op pad was. Helaas is dit niet door ooggetuigen te bevestigen. De kans is groot dat ze het geweer van Egbert Sanders heeft gestolen om de moord mee te plegen. Deze ontbreekt namelijk uit zijn schuur en is hetzelfde type als het moordwapen.
Het tweede bewijs tegen Merel Schooneveld is het feit dat ze in bezit was van de pen waarmee het briefje is geschreven. Deze pen hebben wel meer mensen, dus ze zou hem ook van Katie kunnen hebben gestolen. Verder zijn het de vingerafdrukken en de kogelbaan die uitwijzen dat het Merel Schooneveld was.
Het DNA onderzoek wijst uit dat Merel Schooneveld op de PD is geweest, wat niet overeenkomt met haar alibi. Ze beweert zelf dat ze bij Rachel en Katie was, daarna nog langs wilde bij haar oma en vervolgens is teruggegaan naar Arnhem. Verder is haar motief ook erg verdacht. Als haar wordt gevraagd wat ze met al het land wat ze geërfd heeft wilt doen, begint ze enthousiast te vertellen over geïnteresseerden. Het is een groot landhuis, dus het zal haar veel geld opleveren. Ook probeert ze de schuld bij de andere betrokkenen neer te leggen. Zo noemt ze Lars ‘geen lieverdje’ en zegt ze dat haar oma een slechte relatie had met haar buren. Ook probeert ze de makelaar (Huub Henselmans) op te zetten door te zeggen: ‘U denkt toch niet dat hij..’. Doordat ze dit zegt probeert ze de aandacht van de recherche te leggen bij iemand anders in plaats van haarzelf.
Het feit dat niemand haar alibi kan bevestigen, en dat er zelfs bewijs is dat haar alibi niet klopt, is nog een aanwijzing tegen Merel Schooneveld.